We hebben hier thuis een familieplanner, een gezamenlijke digitale agenda en een STIP-schoolagenda. Op de eettafel ligt een notitieblok voor het ‘even snel’ noteren van spontane notities en afspraken. Daarnaast heb ik ook nog een bullet journal, waar ik zelf to do-lists en weekplanners in maak. Genoeg hulpmiddelen om het gezinsleven te plannen en draaiende te houden, zou je denken. En het wás ook genoeg. Tot ik in november 2019 besloot om een oude droom werkelijkheid te laten worden en het onderwijs in te gaan.
Na de informatieavond over het STIP zij-instroomtraject, het sollicitatiegesprek, de stagedagen, de praktijkopdracht en het assessment is het een paar maanden later dan eindelijk officieel: ik word leerkracht! In februari start ik als leerkracht van groep 4 op de Gooise Daltonschool. Eerst nog boventallig, om goed mee te kunnen kijken en te kunnen leren van ervaren collega’s. Vanaf volgend schooljaar zal ik zelfstandig voor de klas staan.
Wat dit met familieplanners en agenda’s te maken heeft? Veel! De agenda’s van mij en mijn man staan inmiddels vol verdelingen en afspraken. Ons gezinsleven lijkt getransformeerd tot een zakelijk, digitaal en bijna juridisch contract vol kleurcodes, afkortingen, afspraken, regels en taakverdelingen. Het brengen en halen van de kinderen, de avonden waarop ik naar de Hogeschool Utrecht ga, tijd om huiswerk te maken, het huis schoonmaken, zwem- en balletlessen van de kinderen, fysiotherapie, speeldates, en o ja – wij moeten ook nog sporten… Alles is vastgelegd.
De romantiek van het in vervulling laten gaan van een droom lijkt ver weg. Maar ik leer twee lessen uit deze waardevolle voorbereidingsfase. Les één kwam van de opleidingsassessor, die me na het feliciteren met het halen van mijn assessment direct de vraag stelde of mijn man het ook eens was met mijn carrière-switch. Want, zei hij: “Leerkracht ben je nooit alleen. Dat ben je met je hele gezin.”
Les twee schoot me te binnen toen ik vanmorgen een grote, ouderwets papieren agenda kocht. Want je kunt heel romantisch en mythisch denken over het najagen van dromen, maar uiteindelijk komt het hierop neer: ook je dromen moet je inplannen, en misschien zelfs wel vóór al het andere.